Informaticasite van het Sondervick College te Veldhoven                 © L.J.M van Haperen (bron : R.J. van der Beek)
 
[Logo-uitleg]  

  PO-opdrachten MSLogo

  1. Maak een programma voor een regelmatige zeshoek met zijden van 30 mm, rood gekleurd
  2. Maak een programma voor een regelmatige negenhoek met zijden van 30 mm, groen gekleurd
  3. Maak een programma voor een regelmatige tienhoek met zijden van 30 mm, blauw gekleurd
  4. Maak een programma voor een regelmatige twaalfhoek met zijden van 40 mm, geel gekleurd
  5. Maak een programma voor een regelmatige vijftienhoek met zijden van 40 mm, paars gekleurd
  6. Maak een programma voor een regelmatige twintighoek met zijden van 40 mm, grijs gekleurd
  7. Maak een programma voor vier rode regelmatige zeshoeken met zijden van 30 mm naast elkaar, met een kleine tussenruimte.
    Zorg er voor dat je naam er onder verschijnt.
  8. Maak een programma voor vier groene regelmatige negenhoeken met zijden van 30 mm naast elkaar, met een kleine tussenruimte.
    Zorg er voor dat je naam er onder verschijnt.
  9. Maak een programma voor vier blauwe regelmatige tienhoeken met zijden van 30 mm naast elkaar, met een kleine tussenruimte.
    Zorg er voor dat je naam er onder verschijnt.
  10. Maak een programma voor vier gele regelmatige twaalfhoeken met zijden van 40 mm naast elkaar, met een kleine tussenruimte.
    Zorg er voor dat je naam er onder verschijnt.
  11. Maak een programma voor vier paarse regelmatige vijftienhoeken met zijden van 40 mm naast elkaar, met een kleine tussenruimte.
    Zorg er voor dat je naam er onder verschijnt.
  12. Maak een programma voor vier grijze regelmatige twintighoeken met zijden van 40 mm naast elkaar, met een kleine tussenruimte.
    Zorg er voor dat je naam er onder verschijnt.
  13. Maak een programma voor een regelmatige negenster met zijden van 150 mm, en zorg er voor dat het binnengebied rood gekleurd wordt (de hoekjes zijn 20 graden)
  14. Maak een programma voor een regelmatige twaalfster met zijden van 160 mm, en zorg er voor dat het binnengebied groen gekleurd wordt (de hoekjes zijn 30 graden)
  15. Maak een programma voor een regelmatige vijftienster met zijden van 170 mm, en zorg er voor dat het binnengebied blauw gekleurd wordt (de hoekjes zijn 12 graden)
  16. Maak een programma voor een regelmatige achttienster met zijden van 180 mm, en zorg er voor dat het binnengebied paars gekleurd wordt (de hoekjes zijn 40 graden)
  17. Maak een programma voor een regelmatige twintigster met zijden van 190 mm, en zorg er voor dat het binnengebied geel gekleurd wordt (de hoekjes zijn 18 graden)
  18. Maak een programma voor een regelmatige vierentwintigster met zijden van 200 mm, en zorg er voor dat het binnengebied grijs gekleurd wordt (de hoekjes zijn 15 graden)
  19. Maak een programma voor drie van de figuren van opgave 13 (dus 3 negensterren) naast elkaar, met een kleine tussenruimte.
    Zorg er voor dat je naam er onder verschijnt.
  20. Maak een programma voor drie van de figuren van opgave 14 (dus 3 twaalfsterren) naast elkaar, met een kleine tussenruimte.
    Zorg er voor dat je naam er onder verschijnt.
  21. Maak een programma voor drie van de figuren van opgave 15 (dus 3 vijftiensterren) naast elkaar, met een kleine tussenruimte.
    Zorg er voor dat je naam er onder verschijnt.
  22. Maak een programma voor drie van de figuren van opgave 16 (dus 3 achttiensterren) naast elkaar, met een kleine tussenruimte.
    Zorg er voor dat je naam er onder verschijnt.
  23. Maak een programma voor drie van de figuren van opgave 17 (dus 3 twintigsterren) naast elkaar, met een kleine tussenruimte.
    Zorg er voor dat je naam er onder verschijnt.
  24. Maak een programma voor drie van de figuren van opgave 18 (dus 3 vierentwintigsterren) naast elkaar, met een kleine tussenruimte.
    Zorg er voor dat je naam er onder verschijnt.

  25. Maak een programma voor de figuur hiernaast.
    Het onderste vierkant is 100 bij 100, het vierkant daar boven 80 bij 80, dan 60 bij 60, dan 40 bij 40, en het bovenste is 20 bij 20. De vierkanten zijn blauw gekleurd. De rechthoeken zijn 10 breed, en zijn groen gekleurd.
  26. Maak een programma voor de volgende figuur:

  27. Maak een programma voor de figuur hiernaast.
    Hij bestaat uit drie gelijke ruiten. De zijden zijn 30. De hoeken zijn 60 en 120 graden. De ruiten zijn rood, zwart en wit gekleurd.
    Begin met de rode ruit: eerst lt 30   fd 30   enz.
    Verplaats dan de cursor naar de linker punt van de witte ruit, langs de lijntjes die er al zijn.
    En geef hem de juiste richting voor het volgende ruit.
    Teken dan de witte ruit, enz.

  28. Maak een programma voor de volgende figuur:

  29. Maak een programma voor de figuur hiernaast.
    Hij bestaat uit driehoekjes en vierkanten. De zijden zijn 30. De hoeken van de driehoekjes zijn 60 graden. De driehoekjes zijn rood, de vierkanten geel.
    Begin met het vierkant linksmidden.
    Verplaats dan de cursor naar het punt linksboven van het vierkant.
    Teken dan de driehoek erboven. Verplaats dan de cursor naar het bovenste punt van de driehoek, en geef hem de juiste richting voor het volgende vierkant.
    Herhaal dat zes keer.

  30. Maak een programma voor de volgende figuur:

  31. Maak een programma voor de figuur hiernaast.
    Hij bestaat uit driehoekjes, de zijden van een klein driehoekje zijn 30. De hoeken van de driehoekjes zijn 60 graden. De driehoekjes zijn rood.
    Maak eerst een procedure driehoek.
    Begin dan met de driehoek linksonder. Verplaats dan de cursor naar het linker punt van het driehoekje ernaast. En geef hem de juiste richting voor de volgende driehoek.
    Herhaal dat vier keer.
    Verplaats dan de cursor naar het linker punt van de driehoek in de tweede rij (boven de eerste), en geef hem de juiste richting. Teken dan die driehoek, enz.

  32. Maak een programma voor de volgende figuur:

  33. Maak een programma voor de figuur hiernaast (links).
    Hij bestaat uit drie ruiten en drie vierkanten. De zijden zijn 40. De hoeken van de ruiten zijn 30 en 150 graden. De ruiten zijn rood, de vierkanten zijn blauw.

    Maak eerst een procedure voor een vierkant+ruit (zie figuur rechts)

    Teken dan eerst het bovenste vierkant, met de ruit er rechts tegenaan. Doe dat door eerst de cursor in de goede richting te zetten (rt 45), en voer dan de procedure vierkant_en_ruit uit.
    Verplaats dan de cursor naar het beginpunt, en geef hem de juiste richting voor het volgende vierkant.
    Voer dan de procedure vierkant_en_ruit weer uit, enz.

  34. Maak een programma voor de volgende figuur:

  35. Maak een programma voor de figuur hiernaast.
    De zijden zijn 30. De hoek van een punt van de ster is 30 graden, en de hoek tussen twee punten is 90 graden.
    De ster is rood gekleurd.

    Begin met het linker lijntje van de onderste punt, dus eerst lt 15, enz.
  36. Maak een programma voor de volgende figuur:

37 Maak een programma voor deze figuur.


38 Maak een programma voor deze figuur.


39 Maak een programma voor deze figuur.


40 Maak een programma voor deze figuur.


41 Maak een programma voor deze figuur.


42 Maak een programma voor deze figuur.


43 Maak een programma voor deze figuur.


44 Maak een programma voor deze figuur.


45 Maak een programma voor deze figuur.


46 Maak een programma voor deze figuur.


47 Maak een programma voor deze figuur.


48 Maak een programma voor deze figuur.


49 Maak een programma voor deze figuur.


50 Maak een programma voor deze figuur.


51 Maak een programma voor deze figuur.


52 Maak een programma voor deze figuur.